Standaard testmethoden voor het meten van hechting door middel van tapetest

Testmethoden voor het meten van hechting

Testmethoden voor het meten van hechting

Deze norm is uitgegeven onder de vaste aanduiding D 3359; het nummer direct na de aanduiding geeft het jaar van oorspronkelijke adoptie aan of, in geval van herziening, het jaar van laatste herziening. Een getal tussen haakjes geeft het jaar van laatste hernieuwde goedkeuring aan. Een superscript epsilon (e) geeft een redactionele wijziging aan sinds de laatste revisie of hernieuwde goedkeuring.

1. strekking

1.1 Deze testmethoden omvatten procedures voor het beoordelen van de hechting van coatingfilms aan: metallic substraten door drukgevoelige tape aan te brengen en te verwijderen over insnijdingen in de film.
1.2 Testmethode A is in de eerste plaats bedoeld voor gebruik op werklocaties, terwijl testmethode B meer geschikt is voor gebruik in het laboratorium. Ook wordt testmethode B niet geschikt geacht voor films dikker dan 5 mils (125 m).
OPMERKING 1—Afhankelijk van de overeenkomst tussen de koper en de verkoper, kan testmethode B worden gebruikt voor dikkere films als er grotere sneden worden gebruikt.
1.3 Deze testmethoden worden gebruikt om vast te stellen of de hechting van een coating op een substraat op een genrallijk voldoende niveau. Ze maken geen onderscheid tussen hogere hechtingsniveaus waarvoor meer geavanceerde meetmethoden vereist zijn.
OPMERKING 2—Er moet worden erkend dat verschillen in hechting van het coatingoppervlak de resultaten kunnen beïnvloeden die worden verkregen met coatings met dezelfde inherente hechting.
1.4 In meerlaagse systemen kan hechting tussen lagen optreden, zodat de hechting van het coatingsysteem aan de ondergrond niet wordt bepaald.
1.5 De ​​waarden vermeld in SI-eenheden dienen als norm te worden beschouwd. De waarden tussen haakjes zijn alleen ter informatie.
1.6 Deze norm is niet bedoeld om eventuele veiligheidsproblemen in verband met het gebruik aan te pakken. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker van deze norm om vóór gebruik passende veiligheids- en gezondheidspraktijken vast te stellen en de toepasselijkheid van wettelijke beperkingen te bepalen.

2. Documenten waarnaar wordt verwezen

2.1 ASTM-normen:

  • D 609 Praktijk voor de voorbereiding van koudgewalste stalen panelen voor het testen van verf, vernis, conversiecoatings en gerelateerde coatingproducten2
  • D 823 Praktijken voor het produceren van films met uniforme dikte van verf, vernis en aanverwante producten op testpanelen.
  • D 1000-testmethode voor drukgevoelige zelfklevende tapes die worden gebruikt voor elektrische en elektronische toepassingen.
  • D 1730 Praktijken voor het voorbereiden van oppervlakken van aluminium en aluminiumlegeringen voor schilderen
  • D 2092 Gids voor de voorbereiding van verzinkte (gegalvaniseerde) stalen oppervlakken voor het schilderen5
  • D 2370 Testmethode voor trekeigenschappen van organische coatings2
  • D 3330 Testmethode voor afpeladhesie van drukgevoelige tape 6
  • D 3924 Specificatie voor standaardomgeving voor het conditioneren en testen van verf, vernis, lak en aanverwante materialen
  • D 4060 Testmethode voor slijtvastheid van organische coatings door de Taber Abraser

3. Samenvatting van testmethoden

3.1 Testmethode A—Er wordt een X-snede gemaakt door de film naar het substraat, drukgevoelige tape wordt over de snede aangebracht en vervolgens verwijderd, en de hechting wordt kwalitatief beoordeeld op de schaal van 0 tot 5.
3.2 Testmethode B—Een roosterpatroon met zes of elf sneden in elke richting wordt in de film op het substraat gemaakt, drukgevoelige tape wordt over het rooster aangebracht en vervolgens verwijderd, en de hechting wordt beoordeeld door vergelijking met beschrijvingen en illustraties.

4. Betekenis en gebruik

4.1 Wil een coating zijn functie van het beschermen of decoreren van een ondergrond vervullen, dan moet deze daar gedurende de verwachte levensduur aan hechten. Omdat het substraat en de voorbereiding van het oppervlak (of het ontbreken daarvan) een drastisch effect hebben op de hechting van coatings, is een methode om de hechting van een coating op verschillende substraten of oppervlaktebehandelingen, of van verschillende coatings op hetzelfde substraat en dezelfde behandeling, te evalueren. van groot nut in de industrie.
4.2 De beperkingen van alle adhesiemethoden en de specifieke beperking van deze testmethode tot lagere adhesieniveaus (zie 1.3) moeten worden erkend voordat ze worden gebruikt. De nauwkeurigheid van deze testmethode binnen en tussen laboratoria is vergelijkbaar met die van andere algemeen aanvaarde tests voor gecoate substraten (bijvoorbeeld testmethode D 2370 en testmethode D 4060), maar dit is gedeeltelijk het gevolg van het feit dat deze ongevoelig is voor alle maar grote verschillen in hechting. De beperkte schaal van 0 tot 5 is bewust gekozen om een ​​verkeerde indruk van sensitiviteit te voorkomen.

Testmethoden voor het meten van hechting

Reacties zijn gesloten